Het klinkt als het perfecte scenario. Je verkoopt je bedrijf of je vastgoed, laat het regenachtige Nederland achter je en vertrekt naar een zonnig oord. Niet alleen voor de kwaliteit van leven, maar ook met een schuin oog op de financiën. Want waarom zou je je vermogen, waarover je al inkomstenbelasting hebt betaald, bij overlijden nog eens laten afromen door de Nederlandse staat? Emigratie lijkt de ultieme ontsnappingsroute voor de erfbelasting.
Helaas moeten we dit droombeeld nuanceren. Sterker nog, voor veel vermogende Nederlanders pakt deze stap juridisch heel anders uit dan ze aan de tekentafel hadden bedacht. De Nederlandse wetgever heeft de uitgang van ons belastingstelsel namelijk vakkundig dichtgetimmerd. In een vierluik artikelen bespreken we de alle aspecten en kleine lettertjes die je adviseur misschien wel noemt, maar waarvan de impact vaak pas doordringt als het te laat is. we starten in dit artikel met de juridische en fiscale valkuilen van emigratie m.b.t. erfbelasting en de 10-jaarsregel.
Wie namelijk denkt dat uitschrijven bij de gemeente en het inleveren van de huissleutel voldoende zijn om fiscaal te vertrekken, komt bedrogen uit. In de Successiewet 1956 zit een artikel verscholen – artikel 3 om precies te zijn – dat voor emigranten werkt als een elastiek. Je kunt wel vertrekken, maar de Belastingdienst trekt je fiscaal gezien gewoon terug.
Dit fenomeen heet de woonplaatsfictie. In begrijpelijke taal betekent dit: de fiscus doet net alsof je nooit bent verhuisd. Voor de Nederlandse wet blijf je, ondanks je villa in de Algarve of je appartement in Nice, nog tien jaar lang inwoner van Nederland als het gaat om erfbelasting.
Het is belangrijk om hier een scherp onderscheid te maken. Deze regel is specifiek geschreven voor mensen met de Nederlandse nationaliteit. Heb je bijvoorbeeld de Amerikaanse of Britse nationaliteit en heb je hier jarenlang als expat gewoond? Dan ben je op de dag van vertrek vrij van de Nederlandse erfbelastingclaim. Maar als Nederlander hangt je paspoort als een fiscale molensteen om je nek. De overheid wil hiermee voorkomen dat vermogende landgenoten op hun sterfbed snel de grens over wippen om de schatkist te benadelen. Die 'preventieve' maatregel is inmiddels een vangnet waar je de eerste tien jaar niet uitkomt. Overlijd je in jaar negen na je vertrek? Dan betaalt je familie erfbelasting alsof je nog gewoon in Hilversum of Bloemendaal woonde.
Een veelgehoorde reactie die wij op de redactie horen is: "Als ik bij overlijden nog belast word, dan schenk ik mijn vermogen toch gewoon weg zodra ik in het buitenland zit?" Het klinkt logisch. Wat niet meer in de boedel zit, kan niet vererven.
Toch is dit een klassieke denkfout die je veel geld kan kosten. De tienjaarstermijn geldt namelijk niet alleen voor overlijden, maar is één-op-één van toepassing op de schenkbelasting. De fiscus kijkt dwars door je nieuwe woonadres heen.
Stel, je woont drie jaar in Spanje en besluit je kinderen een substantieel bedrag te schenken voor de aankoop van hun eigen woning. Omdat je door de woonplaatsfictie nog steeds als 'binnenlands belastingplichtige' wordt gezien, moet er over die schenking gewoon in Nederland worden afgerekend. Je kinderen betalen de reguliere tarieven van 10% of 20%, afhankelijk van de hoogte van het bedrag. Het vermogen overhevelen naar de volgende generatie is in die eerste tien jaar dus fiscaal net zo pijnlijk als wanneer je in Nederland was gebleven.
Waar de tienjaarsregel vooral vervelend is, kan de volgende valkuil desastreus zijn voor je vermogen. Dit gaat over de erkenning van je partner. In Nederland hebben we dat uitstekend geregeld. Woon je samen en heb je een notarieel samenlevingscontract? Dan beschouwt de fiscus je voor de erfbelasting als partner. Je geniet van dezelfde grote vrijstelling als gehuwden (bijna 8 ton) en betaalt het lage tarief.
Zodra je de grens overgaat, verandert het speelveld van het Internationaal Privaatrecht. Veel populaire emigratielanden, zoals Italië en diverse regio's in Spanje, kijken heel anders naar ongehuwden. In de ogen van de lokale fiscus ben je daar met een samenlevingscontract vaak geen partners, maar vreemden van elkaar.
De financiële gevolgen hiervan zijn nauwelijks te overzien. Als de ene partner komt te overlijden, ziet de buitenlandse fiscus de langstlevende als een 'derde'.
Ten eerste vervalt in dat geval vaak de partnervrijstelling volledig of wordt deze geminimaliseerd tot een verwaarloosbaar bedrag.
Ten tweede schiet het belastingtarief omhoog. Waar partners vaak een laag percentage betalen, betalen 'vreemden' in Zuid-Europese landen tarieven die kunnen oplopen tot 60% of zelfs meer.
Je kunt dit voorkomen, maar dat vraagt om actie vóór vertrek. Sinds de invoering van de Europese Erfrechtverordening kun je in je testament een rechtskeuze maken. Hiermee bepaal je dat de afwikkeling van je erfenis volgens Nederlands recht moet verlopen. Let wel: dit regelt wie wat krijgt, maar repareert niet altijd de fiscale status in het buitenland. De meest pragmatische oplossing die veel specialisten adviseren is daarom minder romantisch, maar wel effectief: trouwen. Een huwelijksakte is internationaal het enige document dat fiscale deuren overal opent. Meer informatie over het regelen van je testament over de grens vind je bij linkadvocaten.nl.
Wat gebeurt er als je in jaar vijf van je emigratie komt te overlijden? Je valt dan door de tienjaarsregel onder de Nederlandse erfbelasting, maar je woont officieel in een ander land dat óók belasting wil heffen over je wereldwijde vermogen.
Je zou denken dat verdragen dit oplossen, en deels is dat waar. Nederland past het 'Besluit voorkoming dubbele belasting' toe. Dit betekent dat je de in het buitenland betaalde erfbelasting mag verrekenen met de Nederlandse claim. Dat klinkt sympathiek, maar rekenkundig betekent dit dat je altijd eindigt op het hoogste tarief van de twee landen.
Is het tarief in je woonland lager dan in Nederland? Dan vult Nederland de rekening aan tot het Nederlandse niveau. Je hebt dan nul voordeel gehad van je emigratie. Is het tarief in je woonland hoger dan in Nederland? Dan betaal je dat hogere tarief en krijg je van Nederland niets terug. In dat geval ben je duurder uit dan wanneer je thuis was gebleven. De fiscus zorgt er via deze systematiek voor dat je er in die eerste tien jaar nooit op vooruitgaat. Voor specifieke regels rondom overlijden in het buitenland kun je terecht bij de Rijksoverheid.
Tot slot is er een menselijke factor die in de berekeningen vaak wordt vergeten. Fiscalisten noemen emigreren op latere leeftijd soms cynisch een "Gamble with Death". Je gokt er financieel op dat je het langer dan tien jaar volhoudt in het buitenland.
De statistieken laten echter een ander beeld zien. Veel ouderen keren binnen zeven tot acht jaar terug. Heimwee naar de kleinkinderen, het wegvallen van een partner waardoor de achterblijver vereenzaamt, of gezondheidsproblemen waardoor de taalbarrière in een buitenlands ziekenhuis ineens een groot obstakel wordt.
Als je in jaar negen besluit terug te keren naar Nederland, is al je moeite voor niets geweest. Je fiscale status als binnenlands belastingplichtige herleeft direct volledig. De teller wordt niet gepauzeerd, hij wordt irrelevant. Je hebt dan jarenlang gewacht op een termijn die je niet hebt volgemaakt. De emotionele prijs van het wachten op de 10-jaarsgrens – en het misschien uitstellen van een terugkeer terwijl je dat eigenlijk wel wilt – is vaak hoger dan de belastingbesparing ooit zou kunnen compenseren.
Na het lezen van bovenstaande zakt de moed je wellicht in de schoenen. De 10-jaarsregel is een effectief slot op de deur. Als je enige drijfveer het ontlopen van erfbelasting is, dan is het eerlijke advies: begin er niet aan. De complexiteit en de risico's wegen zelden op tegen de voordelen.
Maar dit betekent niet dat je je emigratieplannen direct in de ijskast moet zetten. Er is namelijk een lichtpuntje. Een heel groot lichtpuntje zelfs.
Waar de fiscus je bij overlijden nog tien jaar vasthoudt, laten ze je op een ander cruciaal dossier wél direct los zodra je de grens oversteekt. En precies daar, in de jaarlijkse lasten en niet in de eenmalige eindafrekening, valt voor de vermogende senior de échte winst te behalen. Heb je er bijvoorbeeld al bij stilgestaan wat emigratie doet met je Box 3-heffing?
In het volgende artikel van dit vierluik laten we de erfenis even voor wat het is en kijken we naar je directe rendement. We leggen uit hoe je door emigratie tienduizenden euro's per jaar kunt besparen op vermogensrendementsheffing.